Auteur: Susan Drion, Biodiversity in Business
Een belangrijke voorwaarde voor het realiseren van de landbouwtransitie is de beschikbaarheid en de financierbaarheid van grond voor agrariërs die natuurinclusieve kringlooplandbouw (willen) bedrijven. Met financierbaarheid van landbouwgrond bedoelen we de mate waarin agrariërs landbouwgrond kunnen kopen of pachten en deze in kunnen passen in rendabele vormen van natuurinclusieve kringlooplandbouw.
Deze agrariërs hebben vaak meer grond nodig om natuurwaarden te creëren of kringlopen te sluiten. Juist deze groep boeren ondervindt uitdagingen om landbouwgrond te financieren. Ten eerste, hoge grondprijzen, veroorzaakt door een zeer krappe vrije grondmarkt, maken het moeilijk om grond te financieren. Ten tweede, de te financieren grond wordt ingezet om ook natuurwaarden te creëren of kringlopen te sluiten. Hier wordt vaak nog niet voor betaald in de huidige economie. Daardoor is het opbrengend vermogen van de grond, dat is wat er verdiend kan worden met het land, lager dan de financiële lasten van het land, zoals pacht of rente en aflossing. Deze ongunstige combinatie van hoge financiële lasten en laag opbrengend vermogen beperkt de mogelijkheden voor financiering.
Biodiversity in Business ging opzoek naar de achterliggende redenen voor de moeilijke financierbaarheid van landbouwgrond en de oplossingen daarvoor. In deze blog delen we in het kort de bevindingen en conclusies.
Structurele belemmeringen
Er zijn structurele belemmeringen die het vergroten van de financierbaarheid van landbouwgrond tegenhouden. Aan de ene kant heerst er een taboe op het ingrijpen in de vrije markt van landbouwgrond. Aan de andere kant loopt fiscaal- en grondbeleid achter op de ingezette transitie naar natuurinclusieve kringlooplandbouw. Kortom, er is nog te weinig sturing binnen de grondmarkt om in te grijpen op hoge grondprijzen. Daarnaast treden er verschillende belangen op als structurele belemmeringen. Agrariërs hebben bijvoorbeeld belang bij hoge grondprijzen bij de verkoop van hun bedrijf; dit is vaak de belangrijkste bron voor hun pensioen. Banken hebben belang bij hoge grondprijzen om het onderpand van uitstaande financieringen stabiel te houden. De overheid heeft hier ook belang bij; het is een welkome inkomstenbron. Terreinbeherende organisaties kunnen het verdienvermogen van agrariërs beperken door ook gebruik te willen maken van (een deel van de) agrarisch natuurbeheer subsidies en hectaretoeslagen. Ook de beperkte kennis om meer te verdienen met natuurinclusieve kringlooplandbouw houdt het vergroten van de financierbaarheid van landbouwgrond tegen.
Een opvallende bevinding is het effect van schaalvergroting op de landbouwtransitie en de grondmarkt. Schaalvergroting leidt tot hogere grondprijzen doordat bedrijven met deze strategie kapitaalkrachtig genoeg is om grond gefinancierd te krijgen. Hierdoor creëren ze meer vraag naar landbouwgrond en drijven ze de grondprijzen op. Daarnaast leidt schaalvergroting ook tot landschaps- en biodiversiteitsverlies, door het intensieve en homogene landgebruik.
De oplossingsrichting
De oplossingsrichting voor het vergroten van de financierbaarheid van landbouwgrond voor natuurinclusieve kringloopboeren zit ‘m in het herstellen van de balans tussen de financiële lasten van het land en het opbrengend vermogen van het land én tegelijkertijd het meenemen van de waardecreatie die we in natuurinclusieve kringlooplandbouw beogen. Dit kan een nieuwe waarderingsgrondslag zijn. Er zijn verschillende concrete oplossingen aangedragen door het gevestigde partijen, zoals het inrichten van een beprijzingsmechanisme van landbouwgrond op basis van de marktwaarde, aangevuld met de waarde van de kwaliteit van de grond die in de markt gewaardeerd wordt, naar voorbeeld van het energielabel in de huizenmarkt. Concrete oplossingen van pioniers, die zijn aangedragen, zijn onder andere 1) de grondprijs terugbrengen naar het opbrengend vermogen van het land en 2) structurele en constructieve samenwerkingen met terreinbeherende organisaties.
Een sturings- en waarderingsvraagstuk
We kunnen concluderen dat het vergroten van financierbaarheid van landbouwgrond uiteindelijk vooral neerkomt op een sturingsvraagstuk en een waarderingsvraagstuk. Het is een waarderingsvraagstuk omdat de oplossingsrichting vraagt om het anders waarderen van zowel landbouwgrond als de business case van de natuurinclusieve kringloopboer. Deze waardering kan terugkomen in financiële aspecten zoals prijs, maar ook in ander soortige pachtvormen of ketensamenwerkingen. Vernieuwers lopen tegen de uitdaging aan dat ze niet weten hoe ze landbouwgrond moeten waarderen en beprijzen.
Het is een sturingsvraagstuk omdat veel stakeholders een belang hebben dat tegengesteld is aan deze nieuwe waarderingsgrondslag. Nieuwe initiatieven en pionierende partijen komen te weinig van de grond omdat er sturing en hulp nodig is van overheden en financierende partijen. Private organisaties en ondernemers kijken naar de overheid om deze verandering te organiseren en kijken naar burgers om mee te investeren.
Meervoudige waardecreatie
Biodiversity in Business vult de oplossingsrichting als volgt in. Zowel de grondprijs als de business case van natuurinclusieve kringlooplandbouw zou gewaardeerd en ingericht kunnen worden naar ‘meervoudige waardecreatie’. Eén element hierin is het voedselproducerend vermogen van landbouwgrond. Andere elementen zijn alle andere relevante ecosysteemdiensten zoals waterberging, bodemverbetering, natuurlijk erfgoed en educatie. Andere organisatievormen, ondersteunend beleid en nieuwe verdienmodellen en financieringsvormen kunnen agrariërs concreet verder helpen om ook deze waarden te integreren in hun business case en financiering.
Meer weten over het onderzoek dat Biodiversity in Business naar dit vraagstuk heeft gedaan? Neem contact met ons op en wij sturen het rapport naar u toe.
Ik ben beginnend ontwikkelaar van een permacultuur grondstuk in de gendste waard. Ik heb belangstelling voor uw publicatie.