Geschreven door Susan Drion
Wat is er veranderd in Nederland voedselland? In oktober 2017 schreef ik mijn eerste blog over mijn onderzoek, nog zoekend naar de juiste woorden. Sindsdien blijft de vergrijzing in de landbouw aanhouden, maken we nog steeds ruzie over wie er verantwoordelijk is voor het functioneren van onze landbouw en zet de klimaatverandering gestaag door. Maatschappelijke verandering gaat langzaam is mij ooit verteld.
Omdat ik wil bijdragen aan de verduurzaming van de landbouw ben ik gestart met deze portretserie over boeren die alternatieve financiering gebruiken. Ik wilde weten hoe deze alternatieve financieringsvormen werkten, waarom ze zo succesvol zijn en welke stappen de boeren hebben gezet om daar te komen.
Een opvallende rode draad werd zichtbaar. Telkens werd het me duidelijk dat alternatieve financiering niet alleen een zakelijke overeenkomst is. Integendeel, alternatieve financiering is vooral een samenwerking tussen investeerder en boer om een gezamenlijk doel te bereiken. In deze blog neem ik je mee in een aantal lessen die ik heb geleerd van mijn gesprekken met deze voorlopers en hun stakeholders.
Les #1: Het scheiden van vermogen en de onderneming
Alle vormen van alternatieve financiering, behalve leningen via een crowdfundingplatform of bank, berusten op het principe van het scheiden van vermogen en de onderneming. De boer runt de onderneming en behoudt zeggenschap over de bedrijfsvoering. Om deze onderneming draaiende te houden, is kapitaal nodig: de gebouwen, gronden, machines, etc. Dit noemen we het vermogen waar de onderneming gebruik van maakt. Zonder een stal kun je immers geen koeien houden, om maar een voorbeeld te geven.
De boeren die ik sprak zochten financiering en wilden kapitaal aantrekken. Het vermogen dat ze ontvingen, werd ondergebracht bij een andere entiteit dan de onderneming, zoals een stichting of coöperatie. Ook kwam het voor dat de investeerder onderdeel bleef van de boerderij, in de vorm van aandelen, zoals bij Boerderij ‘t Paradijs, of in de vorm van grondeigenaarschap, zoals bij Boerderij de Hondspol. In sommige gevallen, zoals bij Herenboeren Wilhelminapark en de Beersche Hoeve B.V., kwamen boeren in loondienst van de boerderij.
Waarom is dit belangrijk? Het scheiden van vermogen en de onderneming zorgt ervoor dat de boer minder kapitaalkrachtig hoeft te zijn. Boeren kopen niet de grond en gebouwen, maar pachten deze. Op deze manier kunnen boeren wel gebruik maken van grond, gebouwen en machines, zonder de torenhoge bedragen voor de aankoop hiervan neer te moeten leggen. En dat is voor vele boeren de enige manier om hun onderneming draaiende te houden of te starten.
Les #2: Een goed verhaal
De boeren die ik sprak, konden geen hoog financieel rendement beloven. Ze moesten hun investeerders daarom overtuigen met andere zaken – zoals hun gunfactor. Elke boerderij heeft een uniek verhaal en kan dit ook goed vertellen. Tuinderij de Es, Boerderij de Hondspol en Boerderij ‘t Paradijs hebben een zorgtak gecombineerd met biologische of biodynamische productie. Door de zorgtak creëren ze een gemeenschap op de boerderij maar dragen ze ook bij aan het dagelijks geluk van al hun cliënten en familie. Irene van de Voort, eigenaresse van de Groote Voort, verleidde investeerders met de award-winning Remeker kaas die ze maken. De smaak is uniek, de Jersey koeien zijn wonderschoon, net zoals de rest van het bedrijf.
“Je moet wel echt kaasfans hebben. Dus je moet een knuffelbedrijf hebben en het bedrijf moet een verhaal hebben.”
Irene van der Voort – Remeker Landcoöperatie
Les #3: Karakter is bepalend
Bijna elke boer gaf aan dat de financieringsvorm wel bij je moet passen als persoon. Tegelijkertijd noemden ze ‘karakter’ ook als belangrijke voorwaarde om alternatieve financiering te laten slagen.
Omdat je het vermogen onderbrengt bij anderen (zie les #1) moet je bereid zijn als boer te delen, mensen te ontvangen op je boerderij, volop te communiceren en open te staan voor anderen. Die anderen nemen namelijk deel in het bedrijf, zijn certificaathouder of deels eigenaar, en willen daarom graag op de hoogte worden gehouden. De boeren waren ook doortastend en degelijk, om zo een professionele en betrouwbare zakenpartner te kunnen zijn. Het lukte hen de zakelijke overeenkomst goed vast te leggen om de financiering niet in gevaar te brengen bij mogelijke akkefietjes. Maarten Jansen van de Mangalicahof koos vanwege zijn persoonlijkheid juist niet voor de meest alternatieve financiering, maar in plaats daarvan voor crowdfunding via Collin Crowdfund.
“Ik ben er op dit moment de figuur niet naar. En dit is dan wat makkelijker om de vaklui van Collin Crowdfund hun werk te laten doen zonder dat ik daar iedere keer mijn tijd aan hoeft te spenderen.”
Maarten Jansen – Mangalicahof
Alle boeren die zelf een nieuwe alternatieve financieringsvorm hebben opgezet, hadden bepaalde karaktereigenschappen gemeen. Hun persoonlijkheden leken bepalend te zijn voor hun succes. Ze waren koppig, bevlogen, enthousiast, doorzetters, zorgvuldig, ondernemend en hadden een heldere missie. Zo motiveerden ze niet allen zichzelf om vol te houden, maar konden ze ook voldoende andere mensen mobiliseren deel te nemen.
“You need the fool. Een gek die gewoon zegt: stik d’r maar in, ten koste van alles, soms letterlijk alles… Soort van de fool die ervoor blijft gaan, waar anderen het zouden opgeven.”
Geert van der Veer – Herenboeren Wilhelminapark
Les #4: De toegevoegde waarde
De meest opvallende conclusie die ik trok? Het draagvlak dat deze vormen van financiering creëerden, was bijna net zo belangrijk – belangrijker misschien zelfs – dan het geld wat het opleverde. Sommige boeren spraken herhaaldelijk hun dankbaarheid uit over alle mooie samenwerkingen die ze hebben gehad, anderen noemden het belang van investeerders als ambassadeurs naar buiten toe. Toen ik de financieringsvormen aan een groep boeren, die mijn onderzoek nog niet kende, voorlegde, waren ze allen enthousiast over de burgerparticipatie constructies. Het gaf hen draagvlak: de zogenaamde ‘license to produce’.
Daarnaast is het ontwerp van alternatieve financiering belangrijk voor de toekomstige generatie boeren. Door het scheiden van vermogen en de onderneming (zie les #1) hoeven nieuwe boeren en opvolgers alleen de kapitaalarme onderneming over te nemen. Omdat landbouwgrond steeds duurder wordt, is dit een belangrijke ontwikkeling: zo blijft het mogelijk om boer te worden zonder immense investeringen. Welke rol nieuwe landeigenaren gaan nemen wat hun intenties zijn, zal ook een spannende ontwikkeling zijn.
“We wilden dat de nieuwe generatie zo weinig mogelijk schulden hoeft te maken en een bedrijf vorm kan geven dat naar landbouwkundige principes georiënteerd is en niet naar bedrijfseconomische principes.”
Gineke de Graaf – Beersche Hoeve B.V.
Pioniers in financiering brengen hoop
Ik heb me beperkt tot vier lessen, maar er zijn er nog vele meer te vertellen. Financieringsvormen zoals crowdfundingplatforms en leningen van ‘alternatieve’ banken bleken vaak een uitzondering op deze lessen. Hoe meer de financiële constructie een standaardproduct wordt, hoe meer deze op bestaande financieringsvormen begint te lijken: een vorm waarbij financieel rendement de boventoon voert.
Mijn zoektocht langs acht verschillende boeren, allen pioniers op het gebied van financiering, heeft me niet alleen financieringslessen gebracht. Het verrast me hoeveel mensen hoop hebben gevestigd op alternatieve financiering als een oplossing. Iedereen is nieuwsgierig naar de modellen achter deze acht casussen en hoopt dat opschaling hiervan mogelijk is. Ook mij heeft het hoop gebracht. Hoop dat we ons financieel systeem zo kunnen herontwerpen zodat een toekomstbestendige en duurzame landbouw mogelijk is. Hoop om ook mijn dromen van een eigen innovatieve boerderij na te blijven jagen.
Auteur: Susan Drion (Biodiversity in Business)
Redactie: Marieke Creemers (Hungry Foolish)